Onze jongste dochter (5) kwam zondagmiddag binnen rennen:
“Mama! Er is een vlinder dood gegaan!” “Oh,” zei ik “goh, wat naar… Heb je die
ergens gezien of zo?” Opgewonden vertelde ze dat de vlinder op straat lag. “Kom
mee, mama!” Samen liepen we naar de straat en ja hoor: daar lag ze. Een
koolwitje, met beschadigde vleugeltjes die helemaal dicht waren geklapt.
Voorzichtig pakte ik haar op, vol dankbaarheid voor een mooi leermoment voor
mijn kleuter: nu konden we een vlinder van dichtbij bekijken!
Vol bewondering bekeken we de tere vleugeltjes, voelden het
poeder op onze vingers en verwonderden ons over het “snaveltje” waarmee ze de
nectar uit de bloemen zuigt. Wat een prachtig diertje! “Mag ik haar begraven,
mama?” Natuurlijk mocht dat. “Ja, want als we haar begraven in de tuin, dan
komt er volgend jaar weer een nieuwe!” “Hoe bedoel je?” vroeg ik verrast.
“Bedoel je net als bij de bloemen en planten?” “Ja!” riep ze blij. Ik voelde
mijn hart een sprongetje maken…Wat is die kleuterleeftijd toch mooi! Ik bevestigde
dat het een goed idee was om de vlinder te begraven. Niet omdat er dan een
nieuwe vlinder uit zou groeien, want “dat gaat anders bij vlinders”, maar omdat
er dan vást volgend jaar een heleboel vlinders bij ons in de tuin willen komen.
Met enorme toewijding werd de vlinder ter aarde besteld. En
mijn gedachten gingen naar het seizoen waarin we nu leven: op de rand van zomer
naar herfst. Ik keek om mij heen en zag de planten die hun bladeren steeds
slapper laten hangen. De pompoenplant die in al haar glorie deze zomer onze
schutting beklom, is aan het krimpen tot een verschrompeld bruin hoopje. Ze
heeft haar vrucht gedragen, haar taak zit er op. Ook de basilicum heeft haar
bloei periode gehad, en wordt steeds armetieriger. Het is duidelijk: de herfst
komt er aan. Een tijd waarin de vruchten worden geoogst, en de plantenwereld
zich opmaakt voor rust of zelfs dood.
Er zijn veel mensen op wie deze tijd van het jaar een
deprimerende werking heeft. Het afsterven van de natuur roept bij ons ook het
beeld van onze eigen sterfelijkheid op. Daar kun je best down van worden! De
onbevangenheid van het jonge kind, zoals hier boven beschreven, zou een mooi
voorbeeld kunnen zijn waaraan wij volwassenen ons op kunnen trekken. Vooral op
die momenten waarop de donkere wolken ons lijken te overweldigen. Een jong kind
voelt nog aan dat alles in de natuur cyclisch verloopt. Er is nog het volledige
vertrouwen dat er altijd weer een nieuwe morgen komt. Een nieuwe lente. Waarin
alles weer bloeit. Zij hebben het vermogen om de schoonheid te zien van élke
fase van het leven. Misschien komt dit ook wel omdat ze zelf ook nog door zo
veel fases heen gaan. Hoewel ze volop in het NU leven, is niets vaststaand. Ze
zijn nog volop aan het “worden”. Een kleuter zegt niet “Zo ben ik nu eenmaal”,
dat is iets wat wij volwassenen zeggen.
Misschien zouden wij weer meer bewust kunnen worden dat het
leven een opeenvolging is van veranderingen. Van transformaties. We kunnen nog
steeds groeien, welke leeftijd we ook hebben. En bij veranderingen hoort ook
het “sterven”. Waar iets nieuws ontstaat, zal afscheid genomen moeten worden
van het oude. Niets laat dat beter zien dan onze planten in de tuin.
Herfst staat daarom voor mij dan ook symbool voor
transformatie. Het begin van de transformatie, wel te verstaan. Het afscheid
nemen van bepaalde gewoontes, bepaalde eigenschappen of opvattingen misschien.
Wanneer je deze tijd van het jaar benut om naar binnen te kijken, kun je zien
wat nog voor je werkt en wat niet. Dit kun je ook doen in je werk, je huis, je
levensstijl, enzovoorts. Wat werkt voor je? Wat niet? Durf afscheid te nemen
van de dingen die niet voor je werken. Dan start je transformatie. En na een
kille, stille winter zul je een prachtige lente meemaken, waarin je volledig
tot bloei kan komen!
Is het toeval dat de vlinder die mijn dochter deze zondag
wilde “zaaien”, het symbool is van transformatie?
Mama Sanna, 17 september 2014
Reacties
Een reactie posten